Go back

W-B hoort thuis op kalender 1A

tekst: Martijn De Jonge | foto: Photonews

In een zeer lijvige beschikking heeft de voorzitter van de ondernemingsrechtbank in Dendermonde zetelend in kort geding Waasland-Beveren gelijk gegeven in de zaak die was aangespannen tegen de Pro League en de Koninklijke Belgische Voetbalbond met de betrekking tot de wedstrijdkalender.

“De door de K.B.V.B. op 8 juli 2020 voorgestelde kalender voor het seizoen 2020-2021 werd van nul en generlei waarde beschouwd en aan de Pro League en de K.B.V.B. werd een verbod opgelegd om enige uitvoering te geven aan deze kalender”, verduidelijkt clubadvocaat Tom Rombouts. “De kortgedingrechter heeft bijkomend geoordeeld dat de competitie 2020-2021 wordt opgeschort zolang er geen kalender zal voorliggen die conform is aan de beslissing van het BAS waarbij de degradatie werd vernietigd dan wel aan een beslissing van de algemene vergadering van de Pro League die wel redelijk is.”

“Zoals geweten, en hierin zijn we reeds bijgetreden door een referendaris bij het Grondwettelijk Hof, is het niet meer mogelijk om een dergelijke beslissing binnen de Algemene Vergadering van de Pro League te nemen.  Zo’n beslissing is immers per definitie onredelijk”, zegt advocaat Tom Rombouts.

De rechter heeft de Pro League een dwangsom opgelegd van 2.500.000 euro per wedstrijd die vanaf het ogenblik van de betekening van de beschikking zou gespeeld worden. De grootte van de dwangsom werd door de rechter verantwoord omdat de P.L. en K.B.V.B. reeds eerder tegen opgelegde dwangsommen hadden gezondigd, hetgeen volgens de rechter getuigt van een laakbaar gebrek aan respect voor de rechtstaat.

Tot slot en niet onbelangrijk verwijst de kortgedingrechter ook nog naar de procedure bij de BMA. Zij bevestigt het standpunt van W-B dat de BMA niet heeft geoordeeld dat de beslissing tot degradatie niet strijdig was met het mededingingsrecht. Integendeel stelt de rechter dat de BMA wel degelijk heeft vastgesteld dat er mogelijke inbreuken op het mededingsrecht zijn. Tot op vandaag en zelfs in hun besluiten voor de kortgedingrechter houden de P.L. en de K.B.V.B. voor dat de BMA beslist zou hebben dat de beslissing tot degradatie niet strijdig was met het mededingingsrecht. Dit is dus onjuist en werd thans in rechte bevestigd.

Volgens advocaat Tom Rombouts kan er thans dan ook enkel een beslissing worden genomen waarbij er minstens zeventien ploegen dienen aan te treden in 1A met steeds de aanwezigheid van W-B. De P.L. en de K.B.V.B. kunnen niet Oost-Indisch doof blijven voor het oordeel van de BMA, het BAS, de kortgedingrechter en de bijdrage van de referendaris bij het Grondwettelijk Hof. 

De P.L. en K.B.V.B. hebben nu reeds in elke procedure bakzeil gehaald zodat eindelijk de redelijkheid mag beginnen zegevieren. We zullen de strijd blijven verderzetten in het belang van Waasland-Beveren.